Zinnen en hun focus

In de vorige blogs over schrijvend leren hebben we gekeken naar het schrijven bij oriƫnterend lezen inzetten (schrijvend leren 1) en we hebben gekeken naar woorden en hun associaties zodat er verbinding met de tekst ontstaat (schrijvend leren 2).

Er is nog een volgende stap, schrijvend leren 3. Nu gaan we kijken naar de zinnen en hun focus. Dat doen we als volgt.

Elk woord heeft zijn eigen plaats

De gekozen woorden waar we in het Schrijvend leren 2 blog over hadden staan elk in hun eigen zin. Elke zin heeft daarbij zijn eigen plaats in de tekst en elk woord weer zijn eigen plaats in de zin. De schrijver / ontwerpen van de tekst is daar bewust mee bezig geweest als het goed is.

Door in deze stap naar de zinnen te kijken waar de woorden in staan vergroot je de ruimte van het woord en zijn associaties. Die associaties bij die woorden geven verbinding aan de lezer. Door dit in de ruimte van de zinnen te zetten ontstaat er ook verbinding met de focus van de zin.

Topic en focus

Zinnen zijn zo opgesteld dat ze een onderwerp (een topic) hebben. (niet het grammaticale onderwerp).  

Zinnen hebben daarnaast ook een een focus. Dat is wat er over het onderwerp gezegd wordt. De combinatie van die twee, topic en focus is de boodschap in de zin.

Bij schrijvend leren schrijf je de zinnen met de woorden uit stap 2 over. 

Als het woord uit stap 2 in meerdere zinnen staat schrijf je al die zinnen op. Dat kan een klusje zijn, maar onthoud daarbij wel dat je bezig bent met een stuk tekst wat je aan het leren bent. Het heeft een doel.

Verbinding verruimen

Daarna kijk je waar het woord in die zin bij aanhaakt. Wat zegt die zin? Waar heeft het woord inclusief jouw associaties betrekking op. Van elke zin beschrijf je waarop je gefocust wordt en je betrekt jouw associaties erbij. 

Door dit op deze manier te doen kom je niet alleen met de woorden in verbinding door de associaties, maar ook met de wat de tekst jou wilt leren.

Schrijvend Leren: leren vanuit jezelf

Deze manier van leren is leren vanuit jezelf. Je laat een stuk tekst in eerste instantie jou vertellen wat het je wilt leren. Het is bij leerteksten gebruikelijk te lezen en te kijken of je het begrijpt en of je het nieuwe kan koppelen aan iets anders. Schrijven leren is een dimensie meer. Daarbij ga je lezen / leren wordt ook koppelen aan de associaties die de woorden in de tekst bij jou persoonlijk oproepen. Dat brengt met zich mee dat de leerling er zelf aan verbonden raakt.

Door dit schrijvend te doen, gaan onze hersenen extra aan het werk. Er zijn meer netwerken in ons hoofd actief tijdens het schrijven dan alleen met (over)lezen. Het geheugen in ons brein is daarbij actiever aan het werk. 

Terugkoppeling

Om het goed af te sluiten gaan de leerling aan het einde van deze schrijfronde samenvattend schrijven wat zij hebben gelezen en hoe dit aansluit bij wat zij eerder hebben gevonden bij hun oriƫnterend lezen over het doel van de tekst.