Het lag niet aan haar hadden ze gezegd.
Maar waarom voelde dat dan niet zo, vroeg ze zich af.
Ze wist het niet meer.
Er welde steeds meer vragen op dan dat er beantwoord konden worden. Onzekerheid – haar trouwe vijand – werd weer heer en meester van haar.
Van al dat denken en door al die vragen die maar in haar hoofd bleven spoken wilde ze alleen nog slapen. Slapen en alles vergeten.
Eerst maar eens een warme deken om zich heen laten vallen.
Ze zou het bad vol laten lopen.
Het kletterende water tegen het porselein deed zijn werk: Het klonk haar als een symfonie in de oren.
Langzaam gleed ze weg in het warme water en sloot ze haar ogen.
De warmte deed alle vragen even wegvloeien en ze dacht niet langer meer aan Roos.
Straks lekker slapen.
Morgen weer een nieuwe dag.